Asfaltaansluitingen
Er is een verschil tussen naden en voegen en het materiaal waar de aansluiting tussen aangebracht wordt. Onze specialisten helpen graag met advies.
NADEN
Naden zijn de aansluitingen van tegen elkaar liggende deklagen, bestaande uit een asfaltmengsel met identieke eigenschappen. Door deze gelijke eigenschappen is er weinig beweging te verwachten en de aansluiting kan gemaakt worden met een plastische massa. Hierdoor ontstaat een dichte aansluiting.
VOEGEN
Voegen zijn de aansluitingen van materialen met verschillende eigenschappen. Dit kan zijn de aansluiting van asfalt tegen beton (bijv. bij schampkanten), asfalt tegen staal (bijv. bij tramrails en stalen voegovergangen).
Ook asfalt tegen asfalt moet gezien worden als een voeg wanneer aangesloten wordt op een bestaande (oudere) asfaltconstructie (busbaan, afslag of verbreding van een weg) of tegen asfalt van een andere samenstelling, zoals bijv. gietasfalt. Bij voegen dient de aansluiting gemaakt te worden met een bitumineus voegprofiel. Voor de aansluiting van nieuw asfalt tegen oud asfalt kan gekozen worden voor een voegprofiel met een breedte van 10 mm.
Voor de overige voegen is het in verband met de grote spanningsverschillen ter plaatse van de voeg beter om een voegprofiel te gebruiken met een breedte van 20 mm. Ook bij freeskanten is het in verband met de te waarborgen afdichting aan te bevelen een voegprofiel te gebruiken met een breedte van 20 mm. In speciale gevallen is een grotere breedte te kiezen.
Wij kunnen je helpen de juiste keuze te maken. Samen kiezen we een verantwoorde oplossing en zorgen we voor de meest efficiënte verwerking (handmatig of machinaal).
