Breedte markering bij verwisselbare uitrustingsstukken verhoogt de verkeersveiligheid

23-01-2019
Breedte markering bij verwisselbare uitrustingsstukken verhoogt de verkeersveiligheid

Verwisselbare uitrustingsstukken op voertuigen, zoals een sneeuwschuiver, rolbezem of een werktuig aan een landbouwvoertuig steken vaak in de breedte uit. Dit kan voor gevaarlijke situaties op de weg zorgen. Voor mede weggebruikers is het niet duidelijk dat er achter het voertuig iets uitsteekt. Hier komen ze bij het inhalen pas achter en dan is het vaak te laat.

Omdat dit de verkeersveiligheid in gevaar kan brengen heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu de Regeling Voertuigen aangepast. Sinds januari 2018 moeten verwisselbare uitrustingsstukken die meer dan 10 cm aan de zijkant van het voertuig uitsteken voorzien worden van een breedte markering. Dit verhoogt de verkeersveiligheid. Hierbij gelden dezelfde regels als voor markering van uitstekende ondeelbare lading.

quotes

Sinds januari 2018 moeten verwisselbare uitrustingsstukken die meer dan 10 cm uitsteken voorzien worden van een breedte markering.

Regels breedte markering

  • Breedte markering mag bestaan uit borden van 42 x 42 cm, 28 x 56 cm of 14 x 80 cm.
  • De borden moeten diagonale rode en witte strepen hebben met een breedte tussen de 7 en 10 cm. De rode strepen moeten fluorescerend of retro reflecterend zijn.
  • De markeringsborden moeten op de voor- en achterzijde van de verwisselbare uitrustingsstukken zijn aangebracht, loodrecht op de lengte-as van het voertuig.
  • De afstand tussen de onderkant van het bord en het wegdek moet minstens 25 cm bedragen.
  • De afstand tussen de bovenkant van het bord en het wegdek mag hoogstens 1,90 meter zijn. Als dit in verband met de constructie niet mogelijk is dan mag het meer zijn maar nooit meer dan 2,30 meter.
  • In het donker moeten de uitrustingsstukken voorzien zijn van wit licht naar voren en rood licht naar achteren.
  • De lichten moeten de grootste breedte van het verwisselbare uitrustingsstuk uitlichten, daarom mag de afstand tussen het licht en het breedste punt niet meer dan 10 cm zijn.
  • Het maakt niet uit op welke hoogte het licht geplaatst wordt.

Regeling Voertuigen – markeringen

De markering die aangebracht moet worden is beschreven in de artikelen 130-133 van bijlage VIII van de Regeling Voertuigen. Lees op de website van de RDW wat dit voor jouw voertuig inhoudt.

Regels voor het rijden met verwisselbare uitrustingstukken

Niet alleen de uitstekende delen in de breedte kunnen voor gevaarlijke situaties op de weg zorgen. Ook bijvoorbeeld de lengte en de scherpe delen van de uitrustingsstukken kunnen de verkeersveiligheid in gevaar brengen. Om onveilige situaties te voorkomen zijn ook hier regels voor opgesteld. U leest ze hieronder.

  • De breedte van een voertuig met verwisselbare uitrustingsstukken mag niet groter zijn dan 3 meter.
  • De lengte van een voertuig met verwisselbare uitrustingsstukken niet groter zijn dan 12 meter.
  • Verwisselbare uitrustingsstukken moeten zijn ingeschoven of opgeklapt en goed zijn vastgezet.
  • Er mag geen lading op de uitrustingsstukken rusten die niet gerelateerd is aan de functie.
  • Als de verwisselbare uitrustingstukken de verlichting belemmeren moet er verlichting op de uitrustingstukken worden aangebracht.
  • Verwisselbare uitrustingsstukken die aan de voorkant of meer dan 1 meter achter het voertuig uitsteken, moeten voorzien zijn van lengtemarkering. Hierbij gelden dezelfde regels als bij breedtemarkering.
  • Verwisselbare uitrustingsstukken die zich lager dan 2 meter boven het wegdek bevinden mogen geen scherpe delen hebben die bij botsing lichamelijk letsel kunnen opleveren of ze moeten worden afgeschermd.

Meer informatie?