Spanbanden gebruik je om je lading goed vast te zetten, zodat deze tijdens het transport niet gaat schuiven. Bij een goede ladingzekering heb je meerdere spanbanden nodig. Maar hoe bereken je nu hoeveel spanbanden je nodig hebt? In dit blog artikel geeft onze specialist ladingzekering Niels Bouwmeester uitleg.
Manieren van zekeren met spanbanden
Om te berekenen hoeveel spanbanden je nodig hebt, moet je eerst bepalen welke manier van zekeren je gaat gebruiken. Er zijn meerdere manieren om je lading met spanbanden te zekeren. De twee meest gebruikte manieren zijn neerbinden en diagonaalsjorren. Let hierbij wel op dat je altijd gecertificeerde spanbanden volgens EU norm 12195/2 gebruikt. Ook heb je het gewicht van de lading en de wrijvingscoëfficiënt nodig. Zonder het gewicht en de wrijvingscoëfficiënt kun je geen berekening maken.
1. Neerbinden
Voor een vrijstaande lading in het wegtransport heb je minstens twee spanbanden nodig. De spanbanden worden op de laadvloer van het ene sjorpunt, over de lading heen, naar het andere sjorpunt gespannen. Je maakt hierbij dus gebruik van de neerwaartse kracht. Voor de berekening van het aantal benodigde spanbanden heb je een aantal gegevens nodig, zoals de verticale hoek, wrijvingscoëfficiënt en de spankracht.
Verticale hoek
Zo moet je eerst de verticale hoek bepalen. Deze moet minstens 25 graden zijn. Het beste resultaat bereik je met een hoek van 90 graden.
Wrijvingscoëfficiënt
De wrijvingscoëfficiënt is afhankelijk van de combinatie van gebruikte materialen en condities. Een bevuilde laadvloer moet worden vermeden. De wrijvingscoëfficiënt van 0,6 is alleen te bereiken met gecertificeerde antislipmatten.
Spankracht
De spankracht (STF) is de spanning die de ratel op de spanband kan toepassen. Deze waarde staat altijd op het label van de spanband vermeld.
Met behulp van deze gegevens kun je in de tabel hieronder, het aantal benodigde spanbanden aflezen.
STF 250 daN:
STF 500 daN:
STF 750 daN:
2. Diagonaalsjorren
Bij diagonaalsjorren wordt de lading op zijn plaats gehouden door vier spanbanden in voorwaartse, achterwaartse en zijwaartse richtingen. Je maakt hierbij gebruik van vaste sjorpunten op de lading en de laadvloer. Belangrijk hierbij is de juiste spancapaciteit van de spanbanden te berekenen. Hierbij heb je een aantal gegevens nodig.
Verticale en horizontale hoek
Bepaal eerst de verticale hoek, deze moet tussen de 20 en 65 graden liggen. Bepaal daarna de horizontale hoek, deze moet tussen 6 en 55 graden liggen.
Wrijvingscoëfficiënt
De wrijvingscoëfficiënt is afhankelijk van de combinatie van gebruikte materialen en condities. Een bevuilde laadvloer moet worden vermeden. Een wrijvingscoëfficiënt van 0,6 is alleen te bereiken met gecertificeerde antislipmatten.
Met behulp van bovenstaande gegevens kun je de juiste spancapaciteit van de 4 spanbanden berekenen.
(Er zit een ruime marge in de LC waarde omdat alle hoekwerkingen op deze manier afgedekt worden. Om de exact benodigde LC waarde uit te rekenen kun je het beste een berekening maken conform EN12195-1:2010).
