Ladingzekering bij dranktransport
Hoe belangrijk is een juiste opbouw?
(Bron: Fahrzeugwerk Bernard Krone GmbH & Co. KG)
Kratten met drank zijn tijdens het transport niet zo stabiel en kunnen voor gevaarlijke situaties zorgen. Een EN 12642 Code XL opbouw is bij dranktransport dan ook niet voldoende. Wanneer je dranken veilig wilt vervoeren moet je aanvullende ladingzekering maatregelen nemen. Maar hoe zet je dranken zo vast dat ze stevig op hun plaats blijven en het transport onbeschadigd doorstaan? En waar moet je verder allemaal rekening mee houden bij ladingzekering bij dranktransport? Op deze vragen geeft onze ladingzekering specialist Niels Bouwmeester uitleg in zijn nieuwe blog.
Aanvullende ladingzekering bij dranktransport
Wanneer je lading met een EN 12642 Code XL opbouw vervoert, heb je meestal geen extra ladingzekering nodig. De geteste bovenbouw kan de te zekeren krachten weerstaan. Een voorwaarden hierbij is wel, dat de laadeenheden vorm- en standvast moeten zijn. Pallets met drankproducten zijn (meestal) niet vorm- en kantelstabiel en daarom heb je hier aanvullende ladingzekering nodig. Bij drankproducten geldt een EN 12642 XL (annex B) certificaat op de betreffende geteste bovenbouw. Natuurlijk kan de chauffeur niet alleen vertrouwen op dit EN 12642 Code XL annex B dranktransport bovenbouw certificaat. Er zijn enkele basisregels bij dranktransport waar elke chauffeur of verlader zich aan kan houden. Wie drankkratten veilig wil transporteren moet deze zo homogeen mogelijk verpakken. Ook heb je een goed lastverdelingsplan nodig.
De verschillende EN 12642 Code XL certificaten
Tegenwoordig zijn veel carrosserieën voorzien van een EN 12642 Code XL certificaat. Deze Europese norm, om de sterkte en stijfheid van de structuur van de bovenbouw te controleren, kan op 4 manieren uitgevoerd worden:
- Een statische airbag test (annex A, niet geschikt voor dranktransport).
- Een dynamische rijtest (annex B, geschikt voor dranktransport).
- Andere methoden voor het toepassen van de testkrachten, indien deze gelijkwaardig zijn aan bovenstaande testmethoden (niet geschikt voor dranktransport).
- Een berekening; de berekeningsmethoden moeten worden geverifieerd met één van de bovenstaande testmethoden (niet geschikt voor dranktransport).
Ondanks dat er vier testmethoden zijn, dienen de randvoorwaarden en eisen van de testmethode nagenoeg gelijk te zijn om aan de EN 12642 certificaat voorwaarden te voldoen. De meest voorkomende testmethode in Europa is dynamisch (annex B), daarna statisch (annex A). De andere twee mogelijkheden worden in de praktijk bijna nooit gebruikt.
Statische testmethode EN 12642 Code XL (annex A)
In Nederland worden bovenbouwen vaak statisch getest (annex A). Alleen is het hierbij niet mogelijk om het kantelen van dranken tijdens het transport statisch te stimuleren. Hierdoor zijn deze opbouwen eigenlijk ongeschikt voor dranktransport. Je hebt dan altijd extra ladingzekering nodig.
Dynamische rijtest EN 12642 Code XL (annex B)
Een dynamische rijtest volgens de Europese norm (annex B) heeft een groot voordeel. De voertuigen worden beladen met laadeenheden op pallets, die hun stabiliteit onder invloed van een dwarsversnelling van ≤ 0,25 g verliezen (eventueel vastgesteld door voorbereidende proeven). Een voorbeeld hiervan zijn drankkratten. De kunststof laadeenheden hebben een afmeting van 40 x 30 x 29 cm. Ze worden gestapeld in afzonderlijke kolommen, acht laadeenheden per laag. De laadeenheden worden gelijkmatig over de gehele lengte en breedte van de laadruimte van het voertuig geladen.
Indien de dynamische rijtest met succes wordt afgerond, krijgt het voertuig een EN 12642 (annex B) Code XL certificaat. Dit certificaat waarborgt tevens de veiligheid voor het vervoeren van dranken. Dit geldt overigens niet alleen voor schuifzeilopleggers, maar ook voor gesloten bovenbouwen en deellaadsystemen.
Als je volgens een van de andere methoden test, dan voldoet je opbouw niet aan de algemene eisen voor veiligheid en ladingzekering bij dranktransport. Terwijl dit vaak wel wordt verwacht bij een statisch geteste EN 12642 Code XL (annex A) certificaat.
Op welke manier een carrosseriebouwer zijn gebouwde voertuig test voor een EN 12642 Code XL, is dus van groot belang voor het uiteindelijke certificaat en het type lading wat ermee vervoert mag worden. En of je nog extra ladingzekering moet gebruiken. Wanneer een voertuig een versterkte opbouw volgens EN 12642 (annex B) Code XL heeft (geschikt voor het transport van dranken), mag je in sommige gevallen afzien van extra maatregelen om de lading te zekeren. Zie Matrix VLB Berlin verderop in mijn blog.
(Bron: Fahrzeugwerk Bernard Krone GmbH & Co. KG)
Duitse definitie van dranklading
Om ladingzekering bij dranktransport helder te krijgen, heeft men in het Duitse VDI Blatt 12, gedefinieerd wat een dranklading is.
Kratgoederen: drank in flessen, opgeslagen in herbruikbare drankkratten en gestapeld als een zuil op een pallet tot een hoogte van 1,60 meter.
Vatgoederen: cilindrische drankcontainers met een inhoud van 30-50 liter volgens DIN 6647. Zes stuks geplaatst op een pallet en gestapeld op europallets tot een maximale hoogte van 1,60 meter.
Leeggoed: kratten of vaten op een pallet, bijvoorbeeld lege (glazen) flessen in kratten.
Op basis van deze definities is de toelaatbaarheid van enkellaagse transporthoogten voor volle containers en tweelaagse transporthoogten voor leeggoed bepaald.
Dus als er met een lege tweelaagse dranklading wordt gereden, moet de bovenbouw een bijbehorend dranken certificaat hebben. Als de opbouw geen dranken certificaat heeft, dan heb je extra ladingzekering nodig.
Er zijn dus certificaten voor:
- Drankkratten, enkellaags (vol)
- Tweelaagse drankkratten (leeg) (vuile dubbeldekker)
- Dubbeldeks dranksysteem
- Certificaten met een deellading systeem voor dranktransport
of mogelijke combinaties hiervan.
VLB Berlin
Het Versuchs- und Lehranstalt für Brauerei in Berlin (VLB) e.V. heeft een handige matrix opgesteld waarmee ladingzekering bij dranktransport een stuk overzichtelijker wordt. Je stelt met behulp van deze tabel eenvoudig vast, hoe de verschillende soorten dranklading op welk voertuig gezekerd moet worden.
VIN-database VLB Berlin
In de Duitse drankenindustrie besteden verladers, transportbedrijven en chauffeurs steeds meer aandacht aan ladingzekering bij dranktransport. Wanneer de opbouw niet geschikt is, wordt er gecontroleerd of de lading extra is gezekerd. En of de belastingen voor het toegestane laadvermogen en de aslasten in acht worden genomen. Deze controle wordt door de verladers uitgevoerd door hen het kentekenbewijs, het ladingzekeringscertificaat en eventueel het keuringsboek te geven. Maar door de verschillende certificaten, is het voor een verlader soms moeilijk om de geschiktheid van het voertuig te bepalen.
Daarom heeft de VLB Berlin een online database (de VIN – voertuigidentificatienummer) opgesteld. De VIN-database bevat de stamgegevens en testcertificaten van voertuigen, aanhangwagens en opleggers, waarvan de carrosserie wordt gebruikt om dranken te vervoeren. Met behulp van deze gegevens is het voor verladers en voertuigeigenaren eenvoudiger om de geschiktheid van een voertuig te bepalen. Het gebruik van de database is betalend voor verladers en gratis voor voertuigeigenaren.
Enkele voordelen van de VIN-database zijn:
- certificaatcontrole net zo eenvoudig als ‘online zoeken’
- vereenvoudiging van het proces van beheersing van ldingzekeringscertificaten voor de afzender
- minder administratieve inspanning voor iedereen die betrokken is bij het vervoer van dranken
- actuele database
EN 12642 code XL (annex B) voor ladingzekering bij dranktransport
Zoals je hierboven in de VDI norm hebt gelezen, is het in Duitsland verplicht om bij dranktransport een extra certificaat (annex B) op je EN 12642 code XL opbouw te hebben. Toch zien de controlerende instanties, veel carroseriebouwers en ook veel verladers in de rest van Europa dit niet zo. Terwijl er ook meermaals proefondervindelijk en onafhankelijk is gebleken dat bij een statisch geteste EN 12642 (annex A) Code XL, de bovenbouw de krachten bij (losse) laadeenheden zoals dranken niet weerstaat. Ook is er vastgesteld, dat een EN 12642 (annex B) bovenbouw, de verkeersveiligheid tijdens het vervoeren van dranken aanzienlijk vergroot.
De basiswetten van de fysica verschillen niet per landsgrens. Een standaard EN 12642 (annex A) Code XL opbouw kan (losse) laadeenheden in bijvoorbeeld Nederland of België, niet opeens wel weerstaan. Ondanks dat het laadvermogen in Nederland een stuk hoger ligt en wij op papier dus standaard al een sterkere bovenbouw hebben. Zie mijn eerdere blog over gespecificeerd laadvermogen.
De controlerende instanties zouden dit ook moeten beamen. Als ze een dynamisch getest EN 12642 (annex B) voertuig controleren, ziet men op het certificaat dat er voor dranktransport andere voorwaarden gelden. Ondanks dat er in het certificaat staat dat het transport conform VDI 2700 blad 12 ‘Dranken’ en VLB handblad “’Ladingzekering dranken’ moet zijn, kun je jezelf afvragen of dat dit ook in andere landen geldig moet zijn.
Het certificaat is conform een Europese normering (EN 12642), maar betekent dit dan dat het gedeelte over dranktransport op het certificaat ongeldig is voor de rest van Europa en er altijd bijkomende ladingzekering nodig is?
Het is naar mijn mening erg vreemd dat een lading welke volgens onze regelgeving goed is gezekerd in een XL, in een ander land als niet goed gezekerd wordt bestempeld omdat het XL certificaat alleen is opgesteld door toepassing van een statische test (annex A).
Kennis van zaken
Het is aan de verkoper van het voertuig om goed door te vragen welke ladingen er vervoerd gaan worden en hierbij aan te geven wat de beperkingen van het voertuig zijn. Dit laatste vergt een diepgaande kennis van de materie. Ik vermoed dat het ontbreken van deze kennis bij zowel de verkopende partij als de koper, er voor zorgt dat er een voertuig verhandeld wordt, dat niet volledig geschikt is voor de te vervoeren goederen.
Men zou in Nederland eventueel kunnen verwijzen naar Artikel 5.18.6 lid 5:Vastzetsystemen, zekeringssystemen, stuwagemiddelen en onderdelen daarvan moeten goed functioneren en geschikt zijn voor het doel waarvoor ze gebruikt worden.
Met andere woorden, indien drankentransport getransporteerd wordt in een EN12642 (annex A) bovenbouw, garandeert dit niet voldoende de veiligheid. Dit is proefondervindelijk vastgesteld en het staat in onafhankelijke certificaten voorgeschreven. Er dient dus getransporteerd te worden met een EN12642 (annex B) bovenbouw, omdat deze wel geschikt is voor het doel waarvoor ze gebruikt worden.
Is het stabiliseren van laadeenheden drank voldoende?
De regels hierboven gelden alleen voor losse drankproducten (vol en leeg), die niet omhuld, gestabiliseerd en niet onderworpen zijn aan bijvoorbeeld een Eumos 40509 of een toekomstige DIN 55415 test.
Een volgende uitdaging is dat onstabiele laadeenheden in bijvoorbeeld België wettelijk niet vervoerd mogen worden. Via een standaard als de Eumos 40509, is het vrijwel onhaalbaar om kratten met drank te stabiliseren. En mocht dit wel lukken, dan moet het risico op kantelen (zijwaarts) nog worden voorkomen. De halve breedte van een europallet is 60 cm en de halve hoogte is doorgaans minder dan 90 cm. 60 gedeeld door 90 is 0,67, wat groter is dan 0,5 en dan is het pas niet meer kantel gevaarlijk.
Ook zijn de productielijnen bij drankproducenten (nog) niet ingericht om een lading drank in kratten compleet uit te stabiliseren. Of ze vinden de investeringen hiervoor simpelweg te duur. Dit terwijl het in België, ongeacht de kostprijs, toch wettelijk voorgeschreven is dat een laadeenheid stabiel moet zijn vóór aanvang van het transport.
Naar mijn idee vervalt de meerwaarde van een dynamisch geteste EN 12642 (annex B) bovenbouw voor dranktransport, wanneer men drankproducten toch weet te stabiliseren. Dit betekent dus dat een statisch geteste EN 12642 Code XL (annex A) voldoende is wanneer de vormstabiliteit proefondervindelijk is bewezen en ook alle andere randvoorwaarden in acht zijn genomen. Echter dienen de lege retourvrachten dan ook getest en voldoende gestabiliseerd te zijn. Dit is in de praktijk niet haalbaar!
Ondanks dat ik van mening ben dat een stabiele laadeenheid ook in Nederland in de nationale wetgeving geïmplementeerd moet worden, is het voor nu in Nederland een stuk eenvoudiger om drank te vervoeren. Laadeenheden met drank mag je hier onstabiel vervoeren, maar dan wel met een EN 12642 Code XL (annex B) carrosserie voor dranktransport.
Om de veiligheid van de dranken tijdens het transport beter te waarborgen, moeten verladers (drankproducenten), eigenlijk eisen dat er alleen met een EN 12642 (annex B) Code XL voertuig getransporteerd mag worden of voor stabiele laadeenheden zorgen. Incidenten en ongevallen kunnen alleen effectief voorkomen worden, als dranken op een juiste veilige manier worden vervoerd. Maak iedereen in de logistieke keten dan ook vertrouwd met de bijzonderheden van het type lading. En gebruik daarnaast het juiste voertuig en speciale hulpmiddelen voor het vastzetten van de ladingen.